Wat is tafeltennis

Een eerste kennismaking

Als je de naam tafeltennis ziet, denk je waarschijnlijk meteen aan twee dingen: een tafel en de sport tennis. Je bent dan al een heel eind op de goede weg want tafeltennis lijkt op zich wel op tennis en het wordt inderdaad op een tafel gespeeld. Dit is niet een gewone tafel die je thuis in de kamer of keuken hebt staan maar een speciale tafel om tafeltennis op te spelen.

Zoals je ziet bestaat de tafel uit twee even grote vlakken met er tussen een netje. De kleur van de tafel is meestal groen of blauw en er staan altijd dezelfde witte lijnen op.

DSC_0125a.jpg

Om te kunnen tafeltennissen heb je meer nodig dan alleen een tafeltennistafel. Net als bij tennis heb je een bal en iets om de bal mee te slaan nodig. Alle ballen waarmee tafeltennis gespeeld wordt zijn even groot (40 millimeter doorsnee) en hebben een witte of oranje kleur. Ook staat er altijd een figuurtje of een beetje tekst op de bal zodat je kunt zien of er effect in de bal zit. Door met effect te spelen kun je de bal verschillende kanten laten opdraaien.

Om de bal te kunnen slaan gebruik je een ‘batje’. (Als je het hardop zegt klinkt het als ‘bedje’.)tafeltennisbadjesjpg.jpg

Een batje bestaat uit een stuk hout (de ‘plank’) met een handgreep en een plat gedeelte waarop je aan twee kanten een ‘rubber’ op plakt. Er is enorm veel keuze in tafeltennisrubbers en batjes maar dat is meer iets voor de ervaren tafeltennisser. Het enige weetje wat voor de beginner nog van belang kan zijn is dat er altijd één rood rubber en één zwart rubber gebruikt moet worden.

DSC_0128a.jpgTafeltennis wordt gezien als de snelste balsport ter wereld. Tijdens een slagenwisseling kan het balletje een enorme snelheid bereiken. Je moet dan ook erg snel kunnen reageren en goed kunnen plaatsen, dit zijn dingen die je bijna alleen maar kunt leren door veel te spelen (zowel trainingen als wedstrijden). Ervaring speelt dan ook een belangrijke rol in het tafeltennis. Alleen hard slaan hoeft niet per se te betekenen dat je heel goed bent, je moet ook slim zijn en de bal daar kunnen spelen waar je tegenstander het niet verwacht of waar hij de bal niet goed kan terugslaan. Om snel en slim te kunnen zijn is het natuurlijk belangrijk om een goede conditie te hebben. Als je fit bent gaat het je allemaal net wat makkelijker af want veel mensen denken dat je bij tafeltennis niet hoeft te bewegen maar niets is minder waar.

Belangrijkste spelregels

Om op een leuke en eerlijke manier een wedstrijd te kunnen spelen zijn er een aantal regels waaraan iedereen (over de hele wereld!) die tafeltennis speelt zich moet houden. Omdat niet iedereen weet wat die regels zijn worden de belangrijkste hieronder op een voor beginners makkelijke manier uitgelegd.

De opslag (service)training.jpg

Om punten te kunnen maken is het nodig dat de bal in het spel wordt gebracht. De opslag (ook wel service genoemd) zorgt hiervoor. Als bekend is wie er mag beginnen (na loting) dan moet diegene die de opslag heeft de bal opslaan door deze eerst aan zijn/haar kant van het net te laten stuiteren en vervolgens aan de andere kant van het net te laten stuiteren. Als er een goede opslag is gedaan kan er een rally beginnen om een punt te behalen.

Bij tafeltennis geldt dat als je opslag niet aan beide kanten van het net op de tafel heeft gestuiterd dat het punt dan meteen naar je tegenstander gaat. Je krijgt niet de kans om het nog een keer te proberen, zorg er dus voor dat je goed oplet dat je een goede opslag doet.

De enige keer dat je een opslag opnieuw mag doen is als het balletje aan het jouw kant van het net heeft gestuiterd en aan de kant van je tegenstander maar als je daarbij wel het netje hebt geraakt. Dit noemen ze een ‘netservice’ en dan mag je dus opnieuw opslaan en krijgt niemand een punt.

Tijdens het opslaan moet je er altijd voor zorgen dat het balletje en je batje goed te zien zijn voor je tegenstander (en de scheidsrechter). Je mag deze dus niet onder de tafel houden of er met je arm voor gaan hangen want dat is niet eerlijk voor je tegenstander.

Een gamegame.jpg

Als je een goede opslag hebt gedaan kun je proberen om een punt te maken. Dit doe je door te zorgen dat je tegenstander de bal niet goed terug kan slaan. Je krijgt bijvoorbeeld een punt als de bal niet op de tafel maar ernaast wordt gespeeld of omdat de bal meer dan één keer stuitert aan een kant van het net. Omdat je niet de hele tijd door kunt gaan met punten scoren is er besloten dat je wint als je 11 punten hebt gescoord. Wel geldt de regel dat je zeker 2 punten verschil moet hebben met je tegenstander. Het kan dus voorkomen dan je meer dan 11 punten moet maken want als het 10-10 staat moet je nog 2 punten scoren. Als je dit hebt dan heb je een ‘game’ gewonnen maar nog niet de hele wedstrijd.

Een game is dus een onderdeel van een wedstrijd. Vaak moet je drie games winnen om een wedstrijd te winnen. In een game mag je om de beurt twee keer opslaan. Dus eerst mag jij twee keer opslaan, dan je tegenstander twee keer en daarna ben jij weer aan de beurt. Zo gaat het door tot de game is afgelopen of als het 10-10 wordt. Vanaf 10-10 mag je om de beurt nog maar één keer opslaan.

Na elke game wissel je van speelhelft met je tegenstander. Jij gaat dus staan waar je tegenstander stond (en omgekeerd).

Algemene wedstrijdregels

Het tafeltennis kent een aantal wedstrijdregels die gelden om op een leuke manier wedstrijden te kunnen spelen. Het gaat er hierbij om dat je jezelf sportief gedraagt en respect hebt voor je tegenstander en de scheidsrechter.

Voor de wedstrijd geef je een hand en wens je elkaar succes en/of een prettige wedstrijd. Ook zeg je allebei voordat er voor de eerste keer wordt opgeslagen in een game ‘succes’ tegen elkaar.

Tijdens de wedstrijd kan het gebeuren dat je een bal speelt die half het netje raakt of die op de buitenste witte lijnen van de tafel terechtkomt waardoor de tegenstander de bal niet meer kan terugspelen. Als dit gebeurt moet je ‘sorry’ zeggen omdat je met deze bal een beetje geluk hebt gehad waardoor je het punt kon winnen.

Als de bal waarmee je aan het spelen bent wegschiet en bij een andere tafel terecht komt dan vraag je of zij hun wedstrijd even willen stoppen zodat jij jou bal kunt pakken. Dit is belangrijk omdat het gevaarlijk kan zijn als jij bij een tafel rondloopt waar gespeeld wordt. Denk er maar eens aan als jij een batje tegen je aan krijgt of dat een speler tegen jou aanloopt en struikelt. Tafeltennissers zeggen als er een bal bij een andere tafel terechtkomt ‘let’ maar je mag ook ‘stop’ zeggen. Als er tijdens jou wedstrijd een andere bal voorbij komt dan moet je ook stoppen en het punt opnieuw beginnen als de andere bal weg is gehaald.

In het tafeltennis geldt net als bij veel andere sporten dat als jij en je tegenstander het niet eens zijn voor wie een punt was dat de scheidsrechter beslist en dat je aan zijn beslissing gehouden bent. De scheidsrechter kan ook beslissen om het punt opnieuw te laten spelen en dus aan allebei de spelers geen punt te geven.

Na de wedstrijd geef je opnieuw een hand en bedank je elkaar voor de wedstrijd of zeg je bijvoorbeeld ‘proficiat’ als je hebt verloren en ‘goed gespeeld’ als je hebt gewonnen.

Met deze ‘regels’ zorg je ervoor dat het voor jezelf en je tegenstander een leuke en sportieve wedstrijd wordt waarbij de beste speler op een eerlijke manier wint!